Wet affectieschade in werking getreden




4 januari, 2019

Wet affectieschade in werking getreden

Wet affectieschade in werking getreden

Vincent van Waterschoot

Op 1 januari 2019 is de Wet affectieschade in werking getreden. Deze wet voorziet in aanspraak op affectieschade (een bijzondere vorm van smartengeld) voor naasten en nabestaanden van ernstig en blijvend gewonde of overleden mensen ten gevolge van bijvoorbeeld een verkeersongeval of een geweldsmisdrijf.

De afgelopen jaren is door verschillende partijen werkzaam in de letselschadepraktijk (behartigers van slachtofferbelangen en verzekeraars) aanhoudend aandacht gevraagd voor het belang van nabestaanden en naasten bij deze vergoeding. De wet beoogt zo goed mogelijk tegemoet te komen aan deze belangen door de toekenning van een symbolische vergoeding van hun schade. Dit voorziet gelukkig in hun behoefte aan erkenning van het toegebrachte leed en genoegdoening. Het wetsvoorstel begrenst de aanspraakgerechtigden en de omvang van de schadevergoeding om belastende procedures over de persoon van de gerechtigde en de omvang van de schade – en dus het verdriet – te voorkomen.

Hoe hoog is de vergoeding?

Volgens het Besluit vergoeding affectieschade komen de vergoedingen te liggen tussen de € 12.500,-- en € 20.000,-- te betalen door de partij die aansprakelijk is voor het ongeval.

Wanneer ontstaat het recht op affectieschade?

Volgens de wetsgeschiedenis ontstaat er echter alleen in uitzonderlijke gevallen een aanspraak op affectieschade: zo dient er bij de betreffende nabestaande of naaste sprake te zijn van “onmiskenbaar leed”. Ter indicatie is daarbij genoemd dat er in elk geval aan die eis is voldaan als er sprake is van een zogeheten functiestoornis van 70%. Dit percentage wordt bepaald op grond van de AMAguides. Toch kan men mogelijk ook bij een lager percentage functiestoornis in aanmerking komen voor een vergoeding van affectieschade, indien de combinatie van een lager percentage met andere aspecten van het letsel tot de conclusie leidt dat sprake is van ernstig en blijvend letsel. De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel noemt in dit verband de volgende situaties:

  • ernstige karakter- en gedragsveranderingen, het verlies van het vermogen tot spreken, ernstige afasie of aantasting van de geheugen- functie, of algeheel functieverlies van de zintuigen;
  • letsels die leiden tot een ernstige verstoring van de mogelijkheid om lichamelijk contact te hebben;
  • letsels die ertoe leiden dat de gekwetste volledig of nagenoeg volledig afhankelijk wordt van intensieve hulp en zorg, waardoor de mogelijkheid van het onderhouden van een privéleven ernstig wordt verstoord.
Wat moet u nog meer weten?

Onder nabestaanden en naasten valt naast de partner, de kinderen en de ouders van het slachtoffer bijvoorbeeld ook degene die ten tijde van de gebeurtenis duurzaam in gezinsverband de zorg voor het slachtoffer heeft. Het wordt voor nabestaanden en naasten ook mogelijk om zich met hun vordering tot vergoeding van affectieschade als benadeelde partij te voegen in het strafproces. De nieuwe wet ziet overigens alleen op schadeveroorzakende gebeurtenissen die plaatsvinden na 1 januari 2019.

Wilt u meer weten: benader Vincent van Waterschoot dan vrijblijvend per e-mail.

U mag dit bericht delen: