Mijn bedrijfsnaam wordt gebruikt, wat kan ik doen?




11 september, 2023

Mijn bedrijfsnaam wordt gebruikt, wat kan ik doen?

Afgelopen week las ik in de krant een artikel over een verontwaardigde supermarkteigenaar. De supermarkteigenaar runt al enige jaren een supermarkt met de naam Odido in Enschede en schrok zich een ongeluk toen hij vernam dat telecomreuzen T-Mobile en Tele-2 zich onder diezelfde bedrijfsnaam zouden samenvoegen. De supermarkteigenaar wordt in het artikel geciteerd: “ik kan toch ook niet zomaar Jumbo gaan heten”?

In de praktijk wordt veel geprocedeerd over dergelijke geschillen. Het betreffen geschillen over de handelsnaam (en in sommige gevallen ook het merkrecht) van een onderneming. In dit blogartikel zal ik stilstaan bij de vereisten van het handelsnaamrecht. Aan de hand van een recent gewezen vonnis illustreer ik wat het wettelijk toepassingskader is als sprake is van een onderneming die een bedrijfsnaam van een andere onderneming gebruikt.

Wat is een handelsnaam of bedrijfsnaam?

Op grond van artikel 1 Handelsnaamwet beschouwt de wet als handelsnaam, de naam waaronder een onderneming of een onderdeel daarvan wordt gedreven. De handelsnaam is, in juridische zin, iets anders dan een merk. Het doel ervan verschilt. Het doel van de handelsnaam is het onderscheiden van ondernemingen terwijl het doel van een merk is het onderscheiden van waren en diensten.

Het is een hardnekkig misverstand dat een handelsnaam ontstaat door een bedrijfsnaam in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Een handelsnaam ontstaat namelijk door feitelijk gebruik, bijvoorbeeld door de naam te gebruiken op briefpapier, visitekaartjes, of op de gevel van het bedrijfspand. Een handelsnaam kan ook ontstaan door gebruik als domeinnaam, als er onder die domeinnaam maar daadwerkelijk een onderneming wordt gedreven. Het enkele inschrijven van een bedrijfsnaam bij de Kamer van Koophandel is dus niet alleen niet vereist maar ook niet voldoende om een handelsnaam(recht) te verkrijgen.

Wanneer mag een handelsnaam niet worden gebruikt?

Artikel 5 van de Handelsnaamwet verbiedt, kort gezegd, het drijven van een onderneming onder een naam die reeds door een andere onderneming rechtmatig wordt gevoerd als daardoor verwarring te duchten is. Het criterium is aldus: verwarringsgevaar.

Bij de beoordeling van het verwarringsgevaar kijkt de rechter naar de vraag of het "op normale wijze oplettend en onderscheidend publiek" verwarring zou kunnen ervaren.  In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij zakelijke partijen of ondernemingen met een deskundig publiek, kan een hoger dan gemiddeld niveau van oplettendheid worden verwacht.

Het verwarringsgevaar is niet te duchten als sprake is van dezelfde handelsnaam voor bijvoorbeeld een bakker en voor een fietsenwinkel, in die gevallen is het voeren van dezelfde handelsnaam dus wel degelijk mogelijk.

Ook gelijksoortige ondernemingen die niet bij elkaar in de buurt zijn gevestigd mogen dezelfde handelsnaam voeren. Het voeren van de handelsnaam Visspeciaalzaak Van Swieten in Maastricht terwijl er al een Visspeciaalzaak Van Swieten in Leeuwarden bestaat, levert geen strijd op met artikel 5 Handelsnaamwet. Dit is anders als de onderneming in heel Nederland opereert of als de gelijksoortige ondernemingen wel in elkaars werkgebied zijn gevestigd.

Vonnis van de rechtbank in de zaak Marie Marie/Marie

Op 21 juli 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant vonnis gewezen in procedure waarbij het handelsnaamrecht centraal stond. In ’s-Hertogenbosch zijn twee horecagelegenheden gevestigd: Marie en Marie Marie. Marie verhuurt sinds 2019 ruimte aan gezelschappen voor het organiseren van borrels, wijnproeverijen, vergaderingen en trainingen. Marie Marie is een restaurant dat eind 2022 werd geopend in Den Bosch. Beide ondernemingen zijn ongeveer 550 meter van elkaar verwijderd.

Marie stelt dat Marie Marie inbreuk maakt op haar handelsnaamrechten en vordert een verbod op grond van artikel 5 Handelsnaamwet. Marie stelt dat er sprake van verwarringsgevaar is nu de handelsnamen bijna gelijk zijn, de ondernemingen in hetzelfde gebied (Den Bosch) actief zijn en de geleverde diensten ook identiek zijn. In de procedure heeft Marie e-mailberichten ingebracht die bewijzen dat de verwarring zich daadwerkelijk heeft voorgedaan. Marie heeft e-mailberichten ontvangen van, onder andere, leveranciers die eigenlijk waren bedoeld voor Marie Marie.

De rechter oordeelt dat beide ondernemingen zich richten op horeca, de diensten vergelijkbaar zijn en de ondernemingen op circa 550 meter loopafstand van elkaar zijn gevestigd. De rechter neemt in zijn overweging mee dat het verwarringsgevaar zich ook daadwerkelijk heeft voorgedaan en komt tot de conclusie dat het verbod op het voeren van de handelsnaam wordt toegewezen.

Conclusie: bedrijfsnaam gestolen?

Heeft de supermarkteigenaar uit Enschede nu een punt? Kan hij verbieden dat de telecomreus exact dezelfde handelsnaam gaat voeren als hij al die tijd heeft gevoerd voor zijn Poolse supermarkt in Enschede? Op grond van de Handelsnaamwet acht ik de kans dat een verbodsvordering op grond van artikel 5 Handelsnaamwet wordt toegewezen niet groot. Het valt namelijk te betwijfelen of zich daadwerkelijk verwarringsgevaar zal voordoen tussen beide ondernemingen.

Advocaat ICT, intellectueel eigendomsrecht en privacyrecht

Advocaten ICT, Intellectueel Eigendomsrecht en Privacyrecht

Heeft u vragen over een soortgelijke situatie? Neem contact op met mr. Blansjaar, advocaat gespecialiseerd in het handelsnaamrecht.

U mag dit bericht delen:

Tags