Smaad en laster op Facebook: onterecht oplichter genoemd op internet?

Oplichter genoemd op internet? Hulp bij verwijdering.

Stel: je bedrijfsnaam wordt op Facebook of Instagram in verband gebracht met oplichting. Het bericht wordt gedeeld, geliked en van vervelend commentaar voorzien waarin ook jijzelf wordt gekoppeld aan oplichtingspraktijken. Voor je er erg in hebt, is de reputatie van jouw bedrijf en jouzelf beschadigd. Maar mag dat zomaar? En belangrijker: wat kan je er tegen doen?

Lees verder hoe ik je kan helpen de onrechtmatige uitingen te laten verwijderen of neem direct contact op voor een vrijblijvende beoordeling.

Smaad en laster op Facebook: onterecht oplichter genoemd op internet?

Onterecht oplichter genoemd op internet? Hulp nodig bij verwijdering?

In deze blog leg ik, advocaat Walter Blansjaar, uit wanneer een publicatie op sociale media onrechtmatig is en welke juridische middelen je hebt om tegen een dergelijke onrechtmatige publicatie op te treden. Deze blog is voor jou relevant als je bijvoorbeeld op social media (Facebook, X, Instagram of Google Reviews) of in een televisieprogramma wordt neergezet als oplichter. Ook in het geval jouw klanten of leveranciers via e-mailberichten worden bestookt met onware uitingen over jouw onderneming is deze blog voor jou interessant.

Aan de hand van een recente zaak waarin ik als advocaat heb opgetreden, licht ik toe wat de mogelijkheden zijn.

Smaad en laster op internet: onrechtmatige publicaties

Allereerst is het van belang om het juridisch kader te schetsen. Het juridisch kader is het speelveld waarin een juridisch geschil wordt beslist. Het juridisch kader bij onrechtmatige publicaties is door mij  al in een eerdere blog uiteengezet: Oud-werkgever zwartmaken op social media: publicatieverbod en rectificatieverplichting. Bij het beoordelen van de onrechtmatigheid van berichten op internet past de rechter het onderstaande kader toe.

Het gaat in dergelijke zaken om een botsing tussen enerzijds het door artikel 7 Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens gewaarborgde recht op vrijheid van meningsuiting van de gebruiker van Facebook en anderzijds het door artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM beschermde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de ondernemer. Onderdeel van dat laatste recht is het afgeleide recht op bescherming van de goede naam en/of reputatie.

Het antwoord op de vraag welk van deze rechten zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle omstandigheden van het geval. Deze toetsing moet in één keer gebeuren, waarbij het oordeel dat een van beide rechten, gelet op alle relevante omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van artikel 8 lid 2 EVRM.

Onterecht oplichter genoemd op internet?
Neem voor een vrijblijvende analyse van uw geschil contact op met mr. Blansjaar, advocaat onrechtmatige uitingen bij Wildenberg Advocaten.

Bij de toetsing worden door de rechter onder andere de volgende omstandigheden relevant geacht:

  1. de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal,
  2. de aard van de gedane uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben,
  3. de totstandkoming en inkleding van de uitlatingen,
  4. het bereik en het gezag van het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd,
  5. de hoedanigheid en de maatschappelijke status van de persoon op wie de uitlatingen betrekking hebben,
  6. de aard van de misstand die aan de kaak wordt gesteld,
  7. de kans dat de informatie ook zonder de verweten publicatie in de publiciteit zou zijn gekomen.

Belangrijk om te benadrukken is dat niet al deze omstandigheden even zwaar wegen. Welke omstandigheden van toepassing zijn en welk belang daaraan moet worden gehecht, hangt volledig af van de omstandigheden van het geval. Wanneer bijvoorbeeld gepubliceerde informatie (mede) een feitelijk karakter heeft komt wat meer gewicht toe aan de onder het eerste punt genoemde omstandigheid.

E-mailberichten aan oud-cursisten verstuurd met daarin onwaarheden

Het ging in deze zaak niet over een onrechtmatige publicatie op Facebook of Instagram maar over onrechtmatige uitingen die werden gedaan via e-mailberichten. De zaak die in het onderstaande voorbeeld wordt behandeld is door mij behandeld in eerste aanleg en in hoger beroep. En met succes. De vonnissen van de rechtbank zijn in het hoger beroep bekrachtigd én de wederpartij is wederom veroordeeld tot het betalen van de advocaatkosten van mijn cliënt.

Advies nodig bij vervelende berichten op Facebook of Instagram? 
Advocaat mr. Blansjaar is gespecialiseerd in onrechtmatige publicaties. Klik hier om een terugbelverzoek achter te laten.

In deze zaak verzorgde mijn cliënt via zijn ondernemingen een opleiding voor yogadocenten. In november 2020 zijn e-mailberichten verstuurd naar oud-cursisten van de yogadocentenopleiding waarin de (op dat moment nog anonieme) afzender zich sterk negatief uitliet over de yogadocentenopleiding en over de persoon van de cliënt. Zo bevatte het e-mailbericht onder andere de beschuldigingen dat de cliënt zich schuldig zou maken aan auteursrechtinbreuk en dat de certificaten die de cursisten zouden ontvangen niet deugdelijk zouden zijn.

De rechtbank en het hof hebben vastgesteld dat het mevrouw X is, die in het verleden werkzaam was voor de yogadocentenopleiding, die de diffamerende e-mailberichten heeft verzonden.

Daarnaast heeft het hof vastgesteld dat mevrouw X ook aan de cliënt van mr. Blansjaar een e-mailbericht heeft gestuurd waarin zij heeft gedreigd belastende informatie te openbaren als zij geen geldbedrag zou ontvangen. Mevrouw X betwist dat zij de e-mailberichten heeft verzonden.

Het gerechtshof past, om de onrechtmatigheid van de e-mailberichten te beoordelen, het hierboven uitgewerkte juridisch kader toe. Het gerechtshof oordeelt ten aanzien van de beschuldiging dat sprake zou zijn van auteursrechtinbreuk: “dit is een serieuze beschuldiging, die feitelijk niet juist is”. Ook ten aanzien van het in het e-mailbericht aanwezige alarmerende stelling dat de door de oud-cursisten verkregen opleidingscertificaten niet geldig zouden zijn is het gerechtshof duidelijk: “ook daarvoor waren geen aanknopingspunten”.

Al met al concludeert het gerechtshof dat de inhoud van de e-mailberichten geen basis had in het destijds beschikbare feitenmateriaal. Daarmee is het vertrouwen van de oud-cursisten in de onderneming van de cliënt ten onrechte ernstig beschadigd geraakt.

Het gerechtshof komt tot de conclusie dat in de gegeven omstandigheden het recht op de bescherming van de eer en goede naam zwaarder weegt dan het recht op de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en dat de aan de oud-cursisten verzonden berichten om die reden onrechtmatig zijn.

Het gerechtshof laat daarom de vonnissen van de rechtbank in stand en veroordeelt de wederpartij om de proceskosten van mijn cliënt te betalen ter hoogte van ruim € 2.400,--.

Conclusie

De bovenstaande zaak over de e-mailberichten met daarin beschuldigingen aan het adres van een ondernemer is een goed voorbeeld van hoe het juridisch kader van de onrechtmatige publicatie in de praktijk door de rechter wordt toegepast. In deze zaak heeft het gerechtshof veel waarde gehecht aan de onder 1. benoemde omstandigheid: de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal.

Het gerechtshof is tot de conclusie gekomen dat de uitlatingen geen basis hebben in het beschikbare feitenmateriaal. Dit terwijl het doen van de uitlatingen wel gevolgen heeft voor het vertrouwen in de onderneming in het kader van de reputatie en de eer en goede naam. Bij de botsing van de twee grondrechten (de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de eer en goede naam) valt in deze casus dus de balans de kant op van de bescherming van de eer en goede naam.

Heb jij ook last van onrechtmatige publicaties? Wordt de naam van je onderneming bijvoorbeeld onterecht gekoppeld aan oplichting? Gebeurt dit op Facebook, Instagram, in een televisieprogramma of ontvangen je klanten of leveranciers vervelende e-mailberichten van bijvoorbeeld een concurrent of een oud-werknemer? Laat het er niet bij zitten. Neem contact op met mij.

Advocaat onrechtmatige publicaties
Voor een vrijblijvend gesprek over de mogelijkheden in uw zaak neemt u contact op met mr. Blansjaar, advocaat onrechtmatige uitingen bij Wildenberg Advocaten.

Ik word onterecht oplichter genoemd, wat kan ik doen?

Word je op bijvoorbeeld Facebook, Instagram, in reviews of in een televisieprogramma onterecht als oplichter weggezet?  Het is belangrijk dat je belangen goed worden behartigd om ervoor te zorgen dat je rechten in het kader van de eer en goede naam worden beschermd. Als je advies nodig hebt over de mogelijke stappen die je kunt nemen of als je een schadevergoeding wilt vorderen, neem dan contact met mij, Walter Blansjaar. Als advocaat gespecialiseerd in onrechtmatige publicaties sta ik voor je klaar om je te begeleiden vanaf de eerste sommatiebrief tot en met de gerechtelijke procedure.

Heb je hulp nodig bij het laten verwijderen van een onrechtmatige publicatie? Laat je gegevens hieronder achter en we bellen je terug.

Terugbel formulier
Sending
Mediarecht

Onze gespecialiseerde advocaten

Social Media

Volg ons


Duitsland

Scholten Oberem & Partner

Lees meer
Website

Nijmegenletselschade.nl

Naar de site