Slapende dienstverbanden tot leven gewekt




8 november, 2019

Slapende dienstverbanden tot leven gewekt

De dag die je wist dat zou komen is eindelijk daar.

Op vrijdag 8 november 2019 gaf de Hoge Raad het verlossende antwoord op de vraag of werkgevers verplicht zijn om dienstverbanden van langdurig arbeidsongeschikte werknemers op verzoek van de werknemer te beëindigen, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding.

Dat antwoord luidt bevestigend. De Hoge Raad oordeelt dat de werkgever een slapend dienstverband op verzoek van de werknemer in beginsel moet beëindigen, tenzij de werkgever bij voortzetting van het dienstverband een gerechtvaardigd belang heeft.

Al maanden, zo niet jaren, is er in werkgeversland veel te doen om het al dan niet beëindigen van arbeidsovereenkomsten van langdurig arbeidsongeschikte werknemers. Veel werkgevers deden dat tot circa één jaar geleden niet. De reden daarvan was gelegen in het feit dat Nederlandse werkgevers tijdens ziekte al ten minste 104 weken loon moeten doorbetalen. Velen voelden er weinig voor om daarna óók nog eens een ontslagvergoeding te moeten betalen.

In juli 2018 werd echter de zogenoemde Wet Compensatieregeling Transitievergoeding ingevoerd. Op grond van deze wet kunnen werkgevers de transitievergoeding vanaf 1 april 2020 van het UWV terugkrijgen, als zij – kort gezegd – de arbeidsovereenkomst van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid hebben beëindigd en daarbij (een beëindigingsvergoeding gelijk aan) de transitievergoeding hebben uitgekeerd. De wet heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Dat betekent dat alle vergoedingen die sindsdien zijn betaald, vanaf 1 april 2020 voor compensatie in aanmerking komen, mits aan de voorwaarden die de Wet Compensatieregeling Transitievergoeding stelt is voldaan.

De invoering van deze wet leidde tot een stortvloed aan verzoeken van zieke werknemers om hun dienstverbanden te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding. Veel werkgevers gingen in die verzoeken mee (“we krijgen het geld immers toch terug”), maar dat gold niet voor iedereen. Sommige werkgevers bleven het ‘oneerlijk’ vinden dat een zieke werknemer na twee jaar loondoorbetaling ook nog eens de transitievergoeding zou krijgen, zeker als de werknemer zich vlak voor zijn AOW-gerechtigde leeftijd bevond. Bovendien rust op werkgevers geen wettelijke verplichting om de arbeidsovereenkomst van langdurig zieke werknemers te beëindigen. Toen rees de vraag: kan een goed werkgever nu wel of niet weigeren om de transitievergoeding aan een langdurig zieke werknemer te betalen, als de werkgever daarvan (uiteindelijk) geen financieel nadeel ondervindt?

Die knoop hakte de Hoge Raad 8 november 2019 door. Zijn oordeel is dat werkgevers op grond van goed werkgeverschap in beginsel gehouden zijn in te stemmen met een beëindigingsvoorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, onder toekenning van de transitievergoeding, mits aan de eisen uit artikel 7:669 lid 3 sub b BW is voldaan (de werknemer is 104 weken of langer arbeidsongeschikt en het is aannemelijk dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en de bedongen arbeid binnen die periode niet in aangepaste vorm kan worden verricht). De Hoge Raad plaatst daarbij wel een kanttekening: de vergoeding hoeft niet méér te bedragen dan wat aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn (geweest) bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag ná de dag waarop de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid kon of kan beëindigen.

Er zijn twee uitzonderingen. Als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, kan de werkgever het dienstverband toch in stand houden, bijvoorbeeld als de werknemer nog reële re-integratiemogelijkheden heeft. Dat de werknemer bijna de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, is géén gerechtvaardigd belang, zo benadrukt de Hoge Raad. Leidt voorfinanciering van de vergoeding tot ernstige financiële problemen, dan kan de rechter bovendien beslissen dat betaling in termijnen plaatsvindt, of kan de betaling worden opgeschort tot (na) 1 april 2020.

Bent u al langer dan 104 weken arbeidsongeschikt, en streeft u een beëindiging na? Of heeft u een  langdurig arbeidsongeschikte werknemer in dienst, en wilt u de afspraken goed laten vastleggen om compensatie van de transitievergoeding veilig te stellen? Laat u dan goed juridisch adviseren. Wij staan graag voor u klaar.

auteur: mr. Maxime de Coninck

U mag dit bericht delen:

U mag dit bericht delen:

Onderwerpen

Tags